***Het is twee dagen nadat wijnhandelaar Ruben Dekmar de gewonde elf in het dorpje Sigmaringen heeft gebracht. De elf is tijdens het transport, ondanks de voorzichtigheid van de wijnhandelaar, toch terug buiten westen gegaan. In het dorpje heeft een priester van Shallya, die op doorreis was, de nodige zorgen verschaft opdat de elf kon genezen. De elf is momenteel ,tezamen met de wijnhandelaar, ondergebracht in het gemeenhuis van het dorpje (bij gebrek aan een herberg) waar er een tweetal geïmproviseerde bedden werden geïnstalleerd.***
***Ruben komt het gemeenhuis binnen en merkt op dat de elf wakker is.***
<Ruben> "Goeiemiddag, ik zie dat je wakker bent. Je hoeft niet bang te zijn, ik ga je niks misdoen. Mijn naam is Ruben Dekmar, ik ben een wijnhandelaar. Ik bracht je eergisteren naar dit dorpje nadat ik je hier een beetje verderop had gevonden. Zou ik je naam mogen weten? Dit maakt het iets gemakkelijker om je aan te spreken en dan hoef ik niet telkens de elf te zeggen."