Geld en prijzen

Als inwoners (of migranten ) in het Empire zijn jullie het meest vertrouwd met de Karl, de officiële munteenheid die is genoemd naar Emperor Karl Franz.

1 Karl (of Gold coin - GC) = 20 Shillings (of Silver coins - SC) = 240 Pennies (of Copper coins CC)

Om jullie een idee te geven van de waarde van het geld, hier een aantal gemiddelde inkomens en prijzen. Om een idee te krijgen van de sociale verhoudingen en beschikbaarheid van goederen, kan je je best proberen voor te stellen hoe het leven er in de 15e - 16e eeuw uitzag. In het Empire zijn de grote steden al volop in de Renaissance, terwijl middeleeuwse toestanden het platteland nog beheersen

- gemiddeld jaarinkomen van een boer: 10 GC
- gemiddeld jaarinkomen van een huurling: 20 à 50 GC, afhankelijk van kwaliteit en reputatie
- gemiddeld jaarinkomen van een (bekwaam!) ambachtsman: 25 à 80 GC (afhankelijk van type job, een lenzenslijper zal bv meer verdienen dan een timmerman)
- gemiddeld jaarinkomen van een edelman: 250 à 500 GC, afhankelijk van titel, grootte landerijen, enz. De allerhoogste edelen (Elector counts) kunnen een inkomen hebben dat de 1.000 GC per jaar overstijgt.

Enkele prijzen:

Common goods

- pint op café: 2 à 3 CC
- maaltijd van goede kwaliteit: 18 CC tot 2 SC (afhankelijk van locatie en kwaliteit)
- glas goede wijn: 10 SC
- touw: 1 SC per meter

Wapens en pantser
(alles van normale kwaliteit, uitstekende kwaliteit is natuurlijk duurder)

- zwaard/bijl/knots: 10 GC
- schild: 10 GC
- pijlen: 1 SC per 5
- pistool: 150 à 200 GC (dit soort wapens zijn erg zeldzaam en bijgevolg verschrikkelijk duur!)
- leren vest: 6 GC
- chainmail vest: 60 GC
- full plate armour: 400 GC (sorry Bob! )

Speciale zaken

- vergrootglas: 75 GC
- gedrukt boek: 100 - 350 GC
- paard: 80 GC
- getraind Bretonnian warhorse: 750 GC (nog eens sorry, Bob!)
- huisje op het platteland: 90 GC
- degelijk huis in de stad: 450 GC
- landgoed: 8.000 - 20.000 GC